dinsdag 12 juli 2016

Amsterdamse School bouwstijl

Amsterdamse school versus traditionalisme
De Amsterdamse school ontstond in de jaren ’20 van de vorige eeuw. Ze was een reactie op het rationele denken van het ‘Traditionalisme’. Een belangrijk voorbeeld van deze laatste is ‘De Beurs van Berlage’ (H.P. Berlage). Het traditionalisme is gebaseerd op vaste waarden en normen. De Amsterdamse school daarentegen gaat voor expressionisme en emotie.

Wisselwerking tussen Amsterdamse school en andere gelijkaardige bouwstijlen
De Amsterdamse school wordt in één adem genoemd met buitenlandse stijlen zoals art deco en jugenstil. De Amerikaanse architect, Frank Lord Wright heeft heel wat invloed op de Amsterdamse school gehad. Hijzelf haalde wieinspiratie uit de Wiener Secession en de Arts-and-Crafts beweging.

De belangrijkste kenmerken
Het traditionalisme ontwerpt vrij gesloten gevels en hellende daken. De Amsterdamse school gaat voor grote glaspartijen (laddervensters genoemd), steile daken en torentjes. De gevels zijn speels opgebouwd. Bakstenen springen vooruit of worden op hun kant geplaatst. Er worden ornamenten in de gevel verwerkt. De Amsterdamse school ontwerpt vooral overheidsgebouwen, (hoofdzakelijk gereformeerde) kerken, scholen en sociale woonwijken. De gebouwen zijn enorm, maar geven een menselijke indruk door de variatie. Net als bij art deco en jugendstil is de Amsterdamse school een ‘Gesammtkunstwerk’. Niet enkel het gebouw wordt ontworpen. Ook het meubilair, de vloeren, trappen, behang, meubelstoffen, kortom het hele complex wordt in die stijl ontworpen en uitgevoerd. Amsterdamse bruggen en zelfs straatmeubilair vindt men in deze stijl. De stijl werd vaak besproken in het maandblad ‘Wendingen’ in wiens redactie minstens één architect van de Amsterdamse school zat.

Een paar voorbeelden
Deze stijl is ontstaan in Amsterdam, heeft zich verspreid over heel Nederland, en zelfs tot buiten Nederland. Er zijn teveel voorbeelden om op te noemen, maar we zetten er toch graag enkele op een rijtje.
  • Museum ‘Het Schip’ (Michel De Klerk): museum gewijd aan de Amsterdamse school, met bijhorend wooncomplex
  • Het Scheepvaartmuseum (J.M. van der Meij) in Amsterdam
  • De Bijenkorf (Piet Kramer) in Den Haag
  • Het Sieraad (A.J. Westerman) in Amsterdam-West: een voormalige vakschool
  • Olympisch stadion (Jan Wils) in Amsterdam
  • de Watertoren (Jos Wielders) in Schimmert, ook wel ‘de Reus’ genoemd

Het einde van de Amsterdamse school zou te wijten zijn aan de kritiek die ze kregen. De rijkelijk versierde gebouwen met prachtige ornamenten strookten niet met het socialisme dat oorspronkelijk achter deze strekking zat.